Ik heb altijd een kat willen zijn. Slapen, eten en soms even een kroel krijgen van een mensenbaas lijkt me het perfecte leven. Als ik over straat loop en een kat naar me toe komt, spendeer ik altijd even een paar minuten om met het beestje te kroelen, voordat ik verder op pad ga. Little Kitty, Big City geeft de speler eindelijk de kans om te ervaren hoe het is om een kat te zijn, en brengt daardoor een prachtig maar kort avontuur met zich mee.
De game begint wanneer de speelbare zwarte kat zonder naam op een ventilatieschacht buiten het appartement van zijn baas aan het slapen is. Door een kleine draai glijdt het katje (of poes) van de schacht af en, na een serie komische momenten, landt hij op zijn pootjes op de straat beneden. Hierna begint de game en moet het beestje weer naar huis zien te komen.
Het doel van het spel is om vissen te vinden, die je genoeg energie geven om de grote klim naar boven te maken. De eerste vis krijg je van een vriendelijke kraai die je helpt de basisprincipes van de gameplay te leren kennen. Hij leert je hoe je vogels vangt, obstakels ontwijkt en ‘shinies’ (glimmerdjes) ruilt voor je eerste vis, zodat je weer kunt klimmen. Elke extra vis die je krijgt, helpt je om langer te kunnen klimmen, wat noodzakelijk is om de top van het appartementencomplex, waar het katje woont, te bereiken.
Gaandeweg het avontuur ontmoet je een reeks grappige personages, zoals de zelfbenoemde burgemeester-kat van de stad die eigenlijk alleen maar wil slapen, een kameleon die ervan overtuigd is dat hij niet gezien kan worden, en een enthousiaste Shiba Inu die je kan helpen om snel te reizen in het stadsblok. Alle karakters zijn op een super schattige en leuke manier ontworpen en geschreven. De sidequests die je van personages krijgt, helpen je om vissen te vinden, bewegingen vrij te spelen (zoals de welbekende biiiiig stretch die katten zo graag uitvoeren) en hoedjes vrij te spelen die je de kat kunt laten dragen.
De ‘grote stad’ uit de titel is eigenlijk maar een paar straten van een Japans-ogende metropool, een beetje een achterbuurt ergens in Tokyo, maar door het formaat van het katje voelt het inderdaad aan als een grote stad. De stad is leuk ontworpen en geeft een warm gevoel. Er lopen veel mensen rond bij wie je als katje de aandacht kunt trekken. Ook kun je mensen omver laten vallen om zo voorwerpen uit hun handen te stelen, wat soms nodig is voor een van de vele sidequests.
De sidequests zijn wel het merendeel van de game. Al met al kan je in twee uur normale speeltijd al het appartement van je eigenaar bereiken. Hierna kan je nog wel de stad intrekken om de sidequests af te maken en alles vrij te spelen, maar of dit interessant genoeg blijft om de game op te blijven pakken is nog maar de vraag en kan heel erg per speler verschillen.
De controls zijn vloeiend en werken eenvoudig. Met de A-knop spring je, en als je deze ingedrukt houdt, maak je een iets grotere sprong die je kunt mikken, waarmee je bijvoorbeeld vogels vangt of op tafels, kasten en andere voorwerpen klimt. Leuk extratje: Als je naar de controle-instellingen kijkt in het menu, zie je bekende internetmemegerelateerde katten termen staan, zoals ‘zoomies’ in plaats van ‘run’. Een leuk detail dat laat zien dat de ontwikkelaar een grote kattenfan is.
Dat valt ook goed af te zien aan de animaties in de game, die perfect zijn nagemaakt van echte katten. Vloeiende bewegingen en kleine details zorgen ervoor dat je je echt een kat waant tijdens het spelen van deze game.